Nieuws -
Kabinetsreactie op initiatiefnota euthanasie bij psychisch lijden
Op 4 oktober 2024 diende (voormalig) Tweede Kamerlid Hertzberger (NSC) de initiatiefnota ‘Een kritische reflectie op euthanasie bij psychisch lijden van jonge mensen’ in bij de Tweede Kamer. De nota richt zich op de toename van euthanasieverzoeken onder jonge mensen en roept op tot een kritische reflectie op deze ontwikkeling. De vaste commissie voor VWS vroeg vervolgens om een kabinetsreactie.
Staatssecretaris Karremans van VWS heeft op 10 februari 2025 een kabinetsreactie gestuurd waarin hij aangeeft dat hij van mening is dat, gezien het feit dat de huidige euthanasiepraktijk zorgvuldig is en euthanasie (bijzonder) medisch handelen betreft, de discussie over de praktijk rondom euthanasie bij psychisch lijden allereerst verder gevoerd dient te worden binnen de beroepsgroep. Het instellen van een commissie van wijzen om hierover te adviseren wil/doet hij niet. Hieronder de conclusie van de staatssecretaris.
In het licht van de door initiatiefnemer gedane vijf voorstellen en de reactie van staatssecretaris Karremans daarop kan volgens hem concluderend worden gesteld dat:
- voor de beoordeling van de uitzichtloosheid van het lijden het medisch oordeel bepalend is en dat naar medisch vakkundig oordeel moet vaststaan of hiervan sprake is. Het is dan ook primair aan de beroepsgroep om te bepalen of algemeen breed onderzoek naar de prognose van psychiatrische aandoeningen – in aanvulling op reeds bestaande studies naar het beloop van psychiatrische aandoeningen en effecten van behandelingen op het beloop – van meerwaarde is;
- het aan de medische professionals (beroepsgroep) is om te bepalen wat de professionele standaard is en of de huidige richtlijn ten aanzien van het beoordelen van de uitzichtloosheid van het lijden moet worden aangepast en welke aspecten daarbij van belang zijn aangezien het hier gaat om een medisch inhoudelijke discussie. Het is niet aan een commissie van wijzen om hierover te adviseren.
- aanvullend onderzoek – naar de staat van de ggz, de invloed op euthanasieverzoeken en -meldingen en de beschikbaarheid van redelijke alternatieve oplossingen voor jonge psychiatrische patiënten die een euthanasieverzoek indienen – op dit moment niet aangewezen lijkt aangezien er al veel onderzoeken lopen dan wel uitgevoerd zijn, op basis waarvan diverse maatregelen in gang zijn of worden gezet. En dat, mocht op basis van de uitkomsten van de lopende onderzoeken blijken dat er aanvullend onderzoek nodig is, vervolgonderzoek uiteraard niet wordt uitgesloten;
- de discussie over de huidige praktijk rondom euthanasie bij psychisch lijden, de wijze waarop deze praktijk is ingericht en waar deze eventueel verbetering zou behoeven, allereerst verder gevoerd dient te worden binnen de beroepsgroep. Het instellen van een commissie van wijzen om hierover te adviseren, is dan ook niet aangewezen.
- de media worden opgeroepen de mediarichtlijn die door Expertisecentrum Euthanasie is opgesteld ter harte te nemen. Lees hier (opent in nieuw tabblad) de volledige kabinetsreactie.
De NVvP en KNMG hebben eerder in een gezamenlijke reactie (opent in nieuw tabblad) richting NSC en VWS aangegeven dat zij het belangrijk vinden om de professionele normering rond euthanasie bij psychisch lijden te blijven bewaken. De NVvP neemt het politieke signaal uit de initiatiefnota serieus en zal relevante inhoudelijke vragen uit de nota betrekken bij de inhoudelijke visievorming rondom euthanasie met de leden en de herziening van de richtlijn ‘Levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis’. Dit draagt bij aan een zorgvuldige en breed gedragen beroepsnorm en waarborgt dat de dialoog binnen de beroepsgroep blijft.
Bekijk ook